Implantologie
Een implantaat kunt u het beste vergelijken met een kunstwortel. Een implantaat vervangt een afwezige tandwortel en wordt als een schroef in de kaak gebracht. Implantaten worden gemaakt van een lichaamsvriendelijk materiaal zoals titanium. Het implantaat biedt houvast voor een kroon, brug of overkappingsprothese.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde één-fase en twee-fasen behandeling. Bij de een-fase behandeling wordt het implantaat in één behandeling geplaatst. Het implantaat bestaat uit een deel dat in het bot verankerd wordt en een deel dat boven het tandvlees uitsteekt. Deze twee delen vormen één geheel. Na een bepaalde periode wordt op het uitstekende deel een kroon, brug of kunstgebit vervaardigd. Bij de twee-fase behandeling wordt in de eerste fase het implantaat in het bot geplaatst. Vervolgens wordt het weer met tandvlees bedekt. Een aantal maanden later, als het implantaat ingegroeid is in het bot, volgt de tweede fase. Daarbij wordt op het ingegroeide implantaat een stift geplaatst (abutment genoemd). Na een aantal weken wordt op het abutment een kroon, brug of kunstgebit gezet. Een implantaatoperatie bestaat uit drie stappen:
- Voorafgaand aan de operatie worden er recepten aan u verstrekt voor geneesmiddelen die u vóór de operatie in huis moet hebben. Volg de instructies voor het innemen ervan nauwkeurig op. Indien u bloedverdunners gebruikt zal het gebruik ervan in overleg met uw huisarts of specialist mogelijk tijdelijk moeten worden gestopt. Stop niet op eigen initiatief met uw bloedverdunners. Geef het van tevoren aan als u ergens allergisch voor bent.
- Tijdens de operatie wordt onder plaatselijke verdoving het implantaat in uw kaakbot geplaatst. In de daaropvolgende 2-6 maanden hecht het kaakbot zich aan het implantaat (‘osseo-integratie’) en ontstaat het stevige fundament voor uw toekomstige nieuwe tand of kies.
- Na de operatie moet u, afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingreep, rekening houden met enige zwelling en/of verkleuring van de slijmvliezen, wang en lippen. Deze verschijnselen zijn echter vaak van tijdelijke aard. Tegen de napijn krijgt u meestal medicijnen voorgeschreven van uw behandelaar. Als er overmatige bloeding, pijn, huiduitslag of een andere reden tot ongerustheid optreedt, neemt u dan contact op met de tandarts.